Voorzien betekenis werkwoord

Voorzien 1) Aanschaffen 2) Bevroeden 3) Fourneren 4) Geoutilleerd 5) Leveren 6) Niet nodig 7) Niet vacant 8) Opslechten 9) Uitrusten 10) Verhelpen 11) Verschaffen 12) Verwachten 13) Verzadigd 14) Verzadigen 15) Verzien 16) Vooruitzien. voorzien - Werkwoord 1. (ov) een profetische blik hebben ♢ Hij voorzag dat dit tot ongelukken zou leiden. 2. (ov) ~ van: voorzorgen treffen ♢ U bent voorzien van alle nodige spullen. voorzien - Deelwoord 1. voltooid deelwoord van voo.
Voorzien betekenis werkwoord voorzien. overgankelijk herkennen als toekomstige ontwikkeling, zien aankomen. Hij voorzag dat dit tot ongelukken zou leiden. Voor het eerst raakte het gestalteloze, licht onbehaaglijke gevoel mij aan dat er iets vreemds op gang was gekomen, iets waarvan ik het einde niet kon voorzien.
voorzien betekenis werkwoord

Verwachten

verwachten: gerund: verwachten n: present tense past tense; 1st person. biedt acht verschillende definities van het werkwoord verwachten, afkomstig van diverse bronnen. Verwachten betekent onder andere rekenen op, benieuwen, hopen of verwachten.
Verwachten Leer hoe je het werkwoord verwachten in verschillende vormen en tijden kunt gebruiken. Bekijk de tabel met de bedrijvende, aanvoegende, aantonende en onpersoonlijke lijdende vormen van verwachten.
verwachten

Bepalen

In de toekomst zal ik proberen mezelf tot slechts twee per dag te bepalen. In the future, I will try to limit myself to only two per day. BEPALEN - English translation of BEPALEN from Dutch from the Dutch-English Dictionary - Cambridge Dictionary.
    Bepalen pa·len Vervoegingen: bepaalde ( enkelv.) Vervoegingen: heeft bepaald () 1) vaststellen, nauwkeurig aangeven Voorbeeld: 'de exacte afstand bepalen' Synoniem: uitmaken 2) zorgen dat iets er is of gebeurt Voorbeelden: 'bepalen wie mee m.
bepalen

Beschikken

beschikken: gerund: beschikken n: present tense past tense; 1st person. schik·ken Vervoegingen: beschikte ( enkelv.) Vervoegingen: heeft beschikt () besluiten dat iets zal gebeuren Voorbeeld: 'Er lag een goed voorstel, maar de gemeenteraad beschikte anders.'.
    Beschikken De Bank kan vrij beschikken over het deel van het kapitaal dat is gestort, en eveneens over de op de markten van derde landen geleende deviezen The Bank may freely dispose of that part of its capital which is paid up and of any currency borrowed on markets outside the Union
beschikken

Verstrekken

verstrekken: gerund: verstrekken n: present tense past tense; 1st person. biedt zes verschillende definities van het werkwoord verstrekken, dat betekent bezorgen, geeft, geven, schenken, toedienen, uitreiken, verlenen of verschaffen. Daarnaast toont het ook definities die verstrekken bevatten, zoals verstrekkend, vergaand, ingrijpend en verstrekkend. Verstrekken Many translated example sentences containing "verstrekken" – English-Dutch dictionary and search engine for English translations.
verstrekken